top of page

HIRAETH.
De volledige blog (en veel meer) is te ontdekken op de website van Hiraeth.

Hier alvast een voorproef.


TEL JE MINDERHEDEN!


Een ingemetselde geweerloop.

Een stille, maar ooit lawaaierige, getuige van wat er gebeurt als minderheden en meerderheden clashen.


Een verhaal van een verdraagzame samenleving die bruusk verstoord wordt.

Omdat machthebbers nog meer macht wil hebben.

Omdat zij die menen gelijk te hebben nog meer gelijk willen hebben.

Omdat zij die met meer zijn van mening zijn dat zij die met minder zijn met te veel zijn.

En allemaal krijgen die andere mensen zo ver dat ze mee te gaan in hun waanzinnig verhaal.
In een onredelijk, waanzinnig verlangen.

Hiraeth? Misschien maar dan van zijn aller slechtste, vuilste, duisterste kant.


Plots is wat gemeenschappelijk was alleen nog van ‘ons’.

Land, huizen, taal, cultuur, muziek.

Nooit, nimmer, jamais deelden we het ‘jullie’.

En als we dat toch deden, al was het jaren, decennia, eeuwen lang, … dan was het een historische vergissing.

Die geschiedenis wordt uitgegomd.

Geweerlopen worden opgepoetst.

Men lost schoten, men delft graven.

Enzovoort ….

Enzovoort, want we weten helaas allemaal hoe zo’n verhaal afloopt.

We zien de beelden, we lezen de artikels, we luisteren naar de verhalen.

Vele anderen hoeven niet te lezen of te luisteren.

Ze hebben het gezien, ze waren er bij, ze zullen het nooit vergeten.

Hun raad: spreek, luister. Lees een boek!

Alsjeblief. Please. Prosim. Molim.


Minderheden worden bezongen in alle muziek, overal ter wereld.

Ook Hiraeth is een verhaal met minderheden.

Tel ze.

Tel je minderheden.

Want een minderheid is nooit ver af. Ook al ben je met veel.


Je hebt bloedtype AB negatief.

Je stottert.

Je bent zeer mager of juist dik.

Je bent te oud.

Je hebt suikerziekte.

Je rijdt met een rolstoel.

Je vecht tegen donkere gedachten.

Je begrijpt niet wat emoties betekenen.

Je bent eenzaam.


Of.

Je hebt nooit leren schrijven.

Je hebt geen geld. Of alleszins te weinig.

Je mist het juiste papier.

Je hebt een andere paspoort.

Je hebt een andere kleur.

Je spreekt een andere taal (letterlijk).

Je spreekt een andere taal (figuurlijk).

Je vindt maar geen werk.

Je gelooft in een andere god.

Je bent geboren in een ander land.

Je bent op de vlucht.


Of.

Je bent vegan.

Je bent “the “only” gay in town.

Je hebt twee moeders.

Je kan geen kinderen krijgen.

Je wil geen kinderen.

Je verloor een kind.

Je bent artiest.

Je bent een lone wolf.

Je roeit tegen de stroom.

Je staat op een barricade.

Je staat op een of andere top. Maar wel helemaal alleen.


Dat.

Of een combinatie.

Of nog helemaal iets anders.

Tel. Spreek. Luister.

Read a book.

Alsjeblief. Please. Prosim. Molim.




DONQUI BUSINESS (1)


We rijden nu al honderden kilometers door een immense vlakte.

De velden zijn door de aanhoudende droogte vlammend oranje getint.

In de verte, aan beide zijden van de weg, glooien groen gevlekte heuvels.
We passeren Toledo. De voornaamste stad van de autonome provincie Castilla-La Mancha.

Na een zoveelste tank-drank-stop rijden we weer de Autovia del Sur op.
Een man staat te liften.

Waarom niet? We hebben nog plaats.


De oudere, spichtige, man plooit zich op de achterbank.

Op zijn hoofd een roodzwarte baseball cap met daarop een vurige NY.

Aan zijn voeten opvallend zware motorlaarzen.

Zijn bagage bestaat uit een enkele, kleine rugzak van het merk Patagonia.

Hij kijkt voortdurend speurend in het rond. Alert.

Het lijkt wel of hij klaar is voor iets. Al is het onduidelijk waarvoor.


“Adonde vas? Waar naar toe?” vragen we.

Hij wappert met zijn handen nonchalant in de rijrichting.

“Het maakt niet uit. Injusticias is overal.”

We speuren op de kaart en slaan er vlug google op na.

Het vermoeden wordt bevestigd: Injusticias ligt niet op onze weg, het is zelfs geen stad.

Het betekent onrechtvaardigheid.

We kijken elkaar fronsend aan maar zeggen niets.


We stellen ons voor en vragen naar zijn naam.

“Men noemt mij Donkey. Ezel. Ik ben nogal koppig,” grijnst hij.

We lachen.

Zijn Spaans klinkt wat stijf, oud.

Op zijn linkerarm is een opvallend groot doorboord hart getatoeëerd met daarin een D aan de ene en de letters GT aan de andere zijde van de pijl.

Als we naar die “GT” vragen trekt hij snel zijn mouw omlaag.

Hij mompelt iets dat op “Zweden” gelijkt. Zijn ogen schitteren.


We vertellen hem dat we op zoek zijn naar een bron, naar de ziel van de melancholie in de muziek.

Donkey klakt met de tong: “Een queeste dus?”

“Een queeste, si!”

“Dan zijn onze almas, onze zielen, verwant,” verrast hij ons.

“Ben je dan misschien ook muzikant?”

Hij schudt het hoofd: “Neen, dat niet.”

Meer uitleg krijgen we voorlopig niet.


Hij haalt een oude Nokia boven.

“Sorry, een berichtje van Sandero.

Vroeger trokken we samen rond. We waren onafscheidelijk.
Maar sinds kort heeft hij een eigen start-up in Toledo.
‘El Caballero errante”: een boekhandeltje gespecialiseerd in reisverhalen. In queestes.”

Hij lacht wat ongemakkelijk.

“Sindsdien ben ik alleen. Maar ik ga door.”


VAN ALLES MET LANDEN


Hiraeth, een tocht door 14 landen.

Hoewel, en we citeren:

“Italië zijn twee landen, het Zuiden en het Noorden.”

“Spanje zijn er vier: Baskenland, Catalunia, Galicia en de rest.”


En verder.
Zowat elk land op de weg was ooit van iemand, daarna van iemand anders, werd vervolgens veroverd door weer anderen.
Van wie het over pakweg 100 jaar zal zijn, niemand die het zeker weet.

Een land wordt niet erkend door zijn buurland, een streek wordt betwist.
Een hechte gemeenschap wordt plots verdeeld door een grens.
Talen worden in een regio gesproken en zijn erg verwant aan andere talen die daar ver vandaan worden gesproken.

Muziek wordt in een regio gespeeld, maar heeft roots in, of ferme gelijkenissen met andere muziek in andere streken.

Families zijn multidivers en niemand heeft DNA-gewijs ‘zuiver bloed’. Genen van zowat overal worden netjes gemixt.

Maar dat wordt hier en daar soms al eens noodgedwongen weggemoffeld.

“Wij hebben al generaties lag zuiver bloed”… Jaja, ’t zal wel.


Land K bouwt een brug pal voor de kust om van B om twee stukken van K te verbinden die gescheiden worden door 10 kilometer land van B.

B is not amused.

K krijgt daarvoor geld van EU  en geeft de opdracht voor de bouw aan grootmacht C.

EU is not amused.
C gniffelt en bouwt de brug in een sneltempo.

K moet enkel de opritten aan weerskanten bouwen. Dat duurt dan weer een eeuwigheid.

In augustus werd de brug eindelijk in gebruik genomen.


En er zijn de persoonlijke verhalen.
Een geniaal man wint enkele prestigieuze buitenlandse muziekwedstrijd.

Hij wordt prompt voor vele jaren binnen de grenzen van zijn eigen land opgesloten.

Een koning, een echte, van een klein landje aan de Noordzee, verleent hem uiteindelijk asiel.

Als dank speelt de man een vioolconcert voor de verbijsterde maar daarom niet minder enthousiaste klanten van een frituur in zijn nieuw land.


Het rustgevende en imposante huis van een instrumentenbouwer woont in een dorpje van 80 inwoners.

Het werd 80 jaar geleden gebouwd om de maîtresse van een fascistisch leider comfortabel weg te moffelen.

Vandaag maakt een extreme-rechtse kandidaat in het land van het dorpje een grote kans om president te worden bij de volgende verkiezingen.


Een getalenteerd en geliefd muzikant doet iets wat “het land en zijn bezorgde leiders” maar matig kunnen appreciëren.

Hij wordt bijgevolg gedwongen om zijn muziek te laten voor wat het is en om levenslang in een fabriek te werken.
Maar zie, hij ontmaskert daar, echt waar, een spion van een ander land.
En dat kunnen datzelfde land en diezelfde gevierde leiders dan weer erg waarderen.
Zij willen hem bij wijze van gunst een huis geven, een luxe die maar weinigen zich kunnen en mogen veroorloven.

Maar hij kiest ervoor om terug muziek te mogen maken en enkele lp’s op te nemen.
Hij redt zo een uniek muziekrepertoire dat gedoemd was om te verdwijnen.

Maar zijn vrouw kan zijn keuze maar matig appreciëren.


De bewoners van de stad hebben een heel andere kijk:
“Naties en staten, bruggen en grenzen, daar hebben we hier weinig boodschap aan.

Wij leven de dag, geven ons over aan zijn waan.

Want ziet ge, boven onze stad dreigt een vulkaan.

Op een keer zal die barsten en dan is het sowieso gedaan.”


Besluit.
Een geëngageerd acteur projecteerde aan het begin van zijn voorstelling een google-earth aardbol.
“Merk op, dames en heren: er zijn geen lijntjes. Van grenzen geen spoor!!”

Olé!


Cremonese, Italië,  31 augustus 2022,


DONQUI BUSINESS (2)


We rijden verder door het zacht glooiend landschap van La Mancha.

De zon zindert. De sensor geeft aan dat het buiten 37 graden is.

Leve de airco.

In de verte doemt een gigantisch windmolenpark op, pal naast de autoweg.

Donqui wordt zichtbaar onrustiger naarmate we het park naderen.

Wanneer we op gelijke hoogte zijn, is hij niet meer te houden.

Hij maakt zijn gordel los, begint op en neer te wippen en gilt:
‘Pare, por favor, pare.’

We kunnen niet anders dan stoppen.


En nauwelijks is de auto gestopt of hij duwt de deur open en rent naar de dichtstbijzijnde windmolen.

De wieken zwiepen vervaarlijk in de wind, gelukkig op veilige hoogte.

Donqui slaat zijn armen om de omvangrijke mast en begint de molen zowaar te knuffelen. De mast is veel groter dan zijn armen kunnen vatten.

Lichtjes verbijsterd kijken we toe.

Donqui wenkt ons.

We proberen hem te negeren, schudden het hoofd, zeggen dat we verder moeten. Maar hij begint steeds nadrukkelijker te zwaaien en gaat tenslotte ostentatief naast de mast zitten.

We hebben geen keuze. We stappen op hem toe.

Samen omarmen we de mast van de meer dan 100 m hoge molen.

Donqui kalmeert: “Koppig! Ik heb het jullie toch gezegd!” Hij knipoogt.

“No one is too small to make a difference, “ mompelt hij nog, “zeg dat Greta het gezegd heeft!”

Gelukkig is hij tevreden met die ene symbolische molen en negeert de tientallen anderen.

We vervolgen onze weg.


Als even later een erg groot veld van zonnepanelen opdoemt en Donqui weer onrustig wordt, kiezen we eieren voor ons geld en zetten de auto netjes aan de kant.
Donqui grijpt een vod die in de wagen rondslingert, spurt naar een paneel en begint het af te stoffen.
Net als we zuchtend en berustend aanstalten maken om hem te gaan helpen, komt er een onderhoudsploeg op Donqui afgestormd. Ze vinden het afstoffen klaarblijkelijk geen goed idee.
Donqui veert recht en komt verbazend snel op ons afgelopen. Op de hielen gezeten door het team bereikt hij de auto.
We sleuren hem binnen en gaan er met piepende banden vandoor. De teamleden vloeken en smijten een regen van stenen in onze richting. Enkele blutsen en een grote ster in de achterruit zijn de blijvende getuigen van deze merkwaardige ontmoeting.

We bezweren Donqui dat we een tijdschema hebben, dat we hem zullen afzetten waar hij maar wil en dat het nu wel genoeg geweest is.

“Si, lo entiendo!”
Donqui knikt maar zijn pretoogjes doen ons vrezen voor het vervolg.


Dan verschijnt aan de horizon een erg grote toren. Op de top schittert een fel licht. Het lijkt een beetje op een vuurtoren, maar er is hier in de wijde omtrek geen zee te bespeuren.
We ontdekken online dat het een ‘zonnetoren’ is. Een zee van honderden spiegels op de grond weerkaatst het zonlicht op de gigantische spiegel bovenaan. In de toren wordt gezouten water opgewarmd en dat genereert stoom en dus ook stroom.


We stoppen uit eigen beweging.
Donqui grijpt zijn rugzak, geeft ons een voor een hand en stapt rustig uit.

Dan stapt hij op het veld van spiegels af.
Het licht is scherp en fel.

“Misschien kan hij een zonnebril gebruiken,” zegt iemand en holt Donqui achterna.

Enkele minuten later is hij al terug.

“Ik kon hem niet vinden, hij lijkt wel in rook opgegaan.”

We wachten nog een poosje. Maar Donqui is verdwenen.
We vertrekken. In gedachten verzonken.

Iemand zet de airco uit.


 Dan piepen al onze smartphones tegelijkertijd:

"Nadie es demasiado pequeño para marcar la diferencia.
Que tenga un buen viaje.
Gracias,
Donqui.”

20221124_110048_edited_edited.jpg

 Veel leesplezier © Mark Jeanty 2024 

bottom of page