top of page

MICHEL.
En een put.

MEESTER MICHEL

“Goed, hé!?”
Meester Michel zei dat dikwijls.
Half vragend, half bevestigend, altijd met een glimlach.

Dat ging zo.
Een meisje graaft heel de dag putten.
In de moestuin van de school dus.
Gewoon putten.
Zij rekent weinig, leest niet veel, plant geen radijzen.
Zij graaft.
Altijd maar graven.
Putjes, putten, gigantische putten.
Op die school kon en mocht dat.

Leerkrachten fronsen de wenkbrauwen.
Ouders zijn een tikkeltje ongerust.
Andere kinderen lezen, rekenen, planten radijzen en tomaten.

Maar Michel zet zich naast het meisje,
bestudeert een tijdje de graafwerken en zegt:
“Goed, hé?!
Ik zal morgen een grotere schop meebrengen.
Dan kan je dieper graven.
Ok?”
Het meisje knikt even, glimlacht en graaft verder.

25 jaar later sta ik ergens in Frankrijk bewonderend
naar een brug in aanbouw te kijken.
Een sierlijke brug, hoog boven een vallei.
Iemand heeft die sierlijke brug ontworpen.
Iemand anders berekende nauwkeurig de stabiliteit van het gigantische bouwwerk.
Een landmeter bepaalde tot op de millimeter
waar de put voor de pijlers precies moest komen.
De werfleider coördineert nauwgezet de werken.
De bediener van de bulldozer graaft behendig de put
voor het fundament van een pijler van de brug.

Ik weet niet wat het gravende meisje precies geworden is.
Werfleider, ingenieur, chauffeur van een bulldozer?
Maar dat doet er ook niet toe.
Allemaal hebben ze erg veel verstand van putten graven.
Samen bouwen ze een sierlijke brug.
Die, eenmaal af, mensen zal verbinden.

Naast mij staat een vrouw omhoog te kijken.
Zij fluit bewonderend: “Pas mal, hein?”
Ik knik: “Goed hé!”

20221124_110048_edited_edited.jpg

 Veel leesplezier © Mark Jeanty 2024 

bottom of page