TEGEN DE MUREN. juni 2021
VERSCHRIKKELDAG. 29 februari 2020.
TEGEN DE MUREN.
Toen Sonja die ochtend wakker werd, vroeger dan gewoonlijk, was het vreemd kil in haar kamer.
Er stond een briesje, zodat ze zich afvroeg of ze vergeten was
een raam te sluiten de avond voordien.
En er was nog iets ongewoon: een briefje, naast haar bed, dat lag daar plots.
Verbaasd tastte ze naar haar bril.
“Beste Sonja,
Schrik niet te hard.
We zijn er even tussenuit.
Gezellig, met ons vieren.
We waren er dringend aan toe.
Pas op, we hadden en hebben nog steeds alle begrip voor je situatie.
Alleen zijn … zoals jij, tijdens die veel te vele, lange, koude, donkere dagen en avonden …
Het is geen sinecure, het moet hard zijn om dragen.
Dat laat sporen na.
Eerst merkten we er niet veel van.
Alles bleek normaal.
Het was zelfs zeer aangenaam dat je ons verraste met een totale make-over.
Dat voelde fris en proper,
al was er tussen ons wat onderling gebakkelei over de tinten en kleuren.
Maar soit, we voegden ons zonder meer naar jouw keuzes.
Maar naargelang de dagen voorbij gleden, werd het steeds duidelijker
dat je het erg moeilijk kreeg.
Daar waren we niet blind voor natuurlijk.
Toen je, een poos later, tegen ons begon te praten, ons in vertrouwen nam,
hadden we daar alle begrip voor.
We luisterden aandachtig.
Kleine zorgen, grote zorgen, creatieve ideeën, roddels,
verzuchtingen en uitgesproken meningen, een scheldpartij …
Het passeerde allemaal de revue.
We bleven er kalm bij.
Een tikkeltje onbewogen misschien, maar dat vond je blijkbaar niet erg.
Maar toen begon je tegen ons op te lopen.
Daar wisten we niet meteen raad mee.
Zie je, steun bieden, onwrikbaar, dag en nacht, dat is ons ding.
Maar dit was geheel nieuw voor ons.
Toen je dan ook nog eens met je hoofd tegen ons begon te slaan,
beseften we dat er ingegrepen moest worden.
Frisse lucht hebben we nodig, zowel jij als wij.
Gelukkig was ondertussen de zomer daar, warm en blauw.
Dus we dachten dat we er wel een poosje tussenuit konden.
We moeten nu even aan onszelf denken.
Hopelijk begrijp je dat.
We blijven niet lang weg.
We gaan eerst even langs bij familie in Berlijn, Palestina en aan de Mexicaanse grens.
Misschien naar onze oudste zus in China, dat zien we nog wel.
We zullen je kaartjes sturen.
Daarna zijn we er terug.
Om je met vernieuwde energie verder te helpen.
Onwrikbaar.
Je kan dan weer 24/7 op ons steunen.
Zorg ondertussen goed voor jezelf, stay safe!
…
Lieve groet en tot snel,
je muren … "
VERSCHRIKKELDAG
Een nieuwe dag en ge zet aan om met uw fiets
richting brugse poort (drugse poort in flikkenjargon) te bollen
en al meteen, pats, botst ge tegen een fietster, die uit de niet verwachte richting komt, ai
vijf minuten later, na uitgebreide excuses, vervolgt ge uw weg,
een buil en een telefoonnummer rijker, mmm
en ge gaat het niet geloven, maar even verder, aan de nieuwe brug,
zijt ge zo hard aan het lachen met een groep scholieren die daar passeert
dat ge, pats, opnieuw tegen een fietster opbotst, die al even hard moet lachen, aiai
als ge samen uitgelachen zijn vervolgt ge ten tweede male uw weg
onderwijl uw twee builen betastend en grinnikend de twee telefoonnummers bestuderend, mmm
even verder manoeuvreert ge uw fiets handig over een ogenschijnlijk leeg fruitsapblikje,
dat in werkelijk een degelijk gebakken boomse baksteen blijkt te zijn
de pijn raakt u daar waar ge dat niet graag hebt, aiaiai
vloekend en nog enigszins verdoofd,
merkt ge tot uw ongeloof dat de ivago vuilkar voor u plots in volle vaart achteruit komt gestoven
ge kunt nog net van uw fiets springen voor die door de voortrazende kar
tot schroot wordt gemalen, oei
maar geluk bij een ongeluk, ’t is de groot huisvuilkar,
ge moet zelfs niet naar het containerpark, ze nemen uw fiets zonder morren mee
die van ivago zeggen dat ik de papieren maar met den bureau moet regelen
en weg zijn ze
al evenzeer vloekend want het is vandaag 29 februari
en dat is een extra dag werken voor hetzelfde loon
wat godsgeklaagd is natuurlijk
om uzelve wat te troosten koopt ge bij de bakker een boterkoek met rozijnen
en zo komt ge ten langen leste aan op uw werk
waar ze eens fronsend naar de horloge aan de muur kijken,
maar de dreigende onweersblik in uw ogen weerhoudt ze ervan om iets te zeggen
ge diept uw boterkoekzakje en nog wat papieren rommel uit uw jaszak
en mikt dat met een nijdig gebaar in de papiermand
die juist door een collega in de grote vuilcontainer wordt gekieperd
’t is pas enkele uren later dat ge merkt
dat ge daarmee een abrupt einde maakte aan het enige wat uw dag nog kon redden
want ook de papiertjes met de telefoonnummers zijn daarmee definitief verdwenen
de enige troost die u rest is dat de volgende schrikkeldag pas over vier jaar komt
of zou dat met de global warming nu ook al sneller gaan?